SV | Maar Zadok, de priester, en Benaja, de zoon van Jojada, en Nathan, de profeet, en Simei, en Rei, en de helden, die David had, waren met Adonia niet. |
WLC | וְצָדֹ֣וק הַ֠כֹּהֵן וּבְנָיָ֨הוּ בֶן־יְהֹויָדָ֜ע וְנָתָ֤ן הַנָּבִיא֙ וְשִׁמְעִ֣י וְרֵעִ֔י וְהַגִּבֹּורִ֖ים אֲשֶׁ֣ר לְדָוִ֑ד לֹ֥א הָי֖וּ עִם־אֲדֹנִיָּֽהוּ׃ |
Trans. | wəṣāḏwōq hakōhēn ûḇənāyâû ḇen-yəhwōyāḏā‘ wənāṯān hannāḇî’ wəšimə‘î wərē‘î wəhagibwōrîm ’ăšer ləḏāwiḏ lō’ hāyû ‘im-’ăḏōnîyâû: |
Maar Zadok, de priester, en Benaja, de zoon van Jojada, en Nathan, de profeet, en Simei, en Rei, en de helden, die David had, waren met Adonia niet.
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
Maar Zadok, de priester, en Benaja, de zoon van Jojada, en Nathan, de profeet, en Simei, en Rei, en de helden, die David had, waren met Adonia niet.
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!